DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING
IN DRIE VERSIES

In Nederland mag je echt alles zeggen, zeggen ze ...
... maar waarom zeggen ze dat? ...
... zelfs als ze zelf anderen uitspraken verbieden ...


Buiten kringen als die van de politieke-correctheid en dergelijke wordt er uitsluitend met woorden van de hoogste waardering gesproken over de vrijheid van meningsuiting. Zoals: "Een noodzakelijke voorwaarde voor democratie". Bijna hetzelfde als "Een noodzakelijke voorwaarde voor beschaving".

Hoe loffelijk ook, deze aanpak heeft veel schijn van een probleem op humoristische wijze en in vele varianten aan de orde gesteld door schrijver en satiricus Ambrose Bierce in zijn Devil's Dictionary, met als voorbeeld deze:

  MAGNET, n. Something acted upon by magnetism.

MAGNETISM, n. Something acting upon a magnet. The two definitions immediately foregoing are condensed from the works of one thousand eminent scientists, who have illuminated the subject with a great white light, to the inexpressible advancement of human knowledge.


Ook wat betreft de waarde van de vrijheid van meningsuiting zit je met andere maatschappelijke begrippen zoals "democratie" al snel in een cirkeltje te redeneren.

Een echte "verklaring" vereist meestal de stap naar een ander niveau.

Voor de vrijheid van meningsuiting is er een voor de hand liggend eerste stap in de andere richting: naar het begrip "communicatie".

Waarna de volgende stap ook logisch is: die naar "taal".

De menselijke taal want het gaat tenslotte allemaal over menselijke zaken.

En de waarde die mensen toekennen aan menselijke taal kan afgelezen worden aan ieder beginnend mensenleven: nadat de basis-levensprocessen een beetje ingeregeld zijn, is de allerhoogste zorg van de moeder om haar kind aan het praten te krijgen.

En vanuit de kijk op de evolutie van de mens: de ontwikkeling van de gesproken taal kan als één van de belangrijkste stappen in haar ontwikkeling gezien worden, en komt zelfs in aanmerking voor de positie van dé belangrijkste.

Maar waarom is taal zo belangrijk?

Dat is niet zo moeilijk in te zien: taal maakt een een dusdanig rijkere vorm van communicatie mogelijk dat heel nieuwe vormen van samenwerking mogelijk worden. Een samenwerking die alleen mogelijk is als de betrokken mensen ook een redelijk corresponderend wereldbeeld hebben. Een wereldbeeld dat corresponderend gemaakt wordt door middel van taal.

Bloemen hebben verschillende kleuren om insecten te vertellen waar ze moeten zijn. Maar ieder individueel insect kan een verschillende interne aanduiding hebben voor een bepaalde kleur.
    De moeder leert haar kind dat de kleur die een brandweerauto heeft en die dezelfde is van de meeste rozen, de naam heeft van "rood".

Kortom: taal is zo uiterst belangrijk omdat mensen met behulp daarvan elkaars wereldbeeld kunnen controleren en bijstellen, zodanig dat effectief samenwerken mogelijk is.

En hoe beter de overeenkomsten, hoe beter de samenwerking.

En dus ook hoe rijker de taal, of hoe breder het communicatiekanaal, hoe beter de overeenkomst en hoe beter de samenwerking.

Waarna de conclusie er al bijna staat: rijkere taal is "beter dan" armere taal.

En één van de factoren die de rijkheid van de taal bepalen, is de mate van de vrijheid om dingen te zeggen.

De vrijheid van meningsuiting.

Oftewel de waarde van de vrijheid van meningsuiting ligt in de menselijke evolutie.

Noem die menselijke evolutie of de snelheid ervan "beschaving", en je hebt een verband tussen de vrijheid van meningsuiting en beschaving.

En kijk nu weer eens gewoon naar de menselijke sociale praktijk, en het is niet moeilijk om ook daar een verband te vinden tussen vrijheid van meningsuiting en datgene dat men "beschaving" noemt: Dictatuur → Geen meningsvrijheid → Achteruitgang.

Oftewel: ieder voorstel voor de beperking van de vrijheid van meningsuiting moet gepaard gaan met keiharde, direct in de materiële wereld aanwijsbare aanwijzingen voor de schadelijkheid ervan.

En hierbij zijn "mogelijke" effecten absoluut onvoldoende .

Het moet bewezen worden, en bewijzen kan alleen aan de hand van aanwijsbare dus bestaande zaken.

"Ik wil minder Marokkanen" kan nooit buiten de vrijheid van meningsuiting vallen, omdat op het moment van uitspreken het aantal Marokkanen niet verminderd is of wordt. Bovendien moet de schadelijkheid ervan voor Marokkanen bewezen worden.

Hetzelfde geldt volkomen vanzelfsprekend voor alle uitspraken over alles tussen meningen en ideologieën: dat zijn slechts neuronale vuurpatronen in de hersenen van de betrokkenen die op geen enkele manier controleerbaar zijn voor welk ander persoon dan ook.

En voor emoties.

En voor termen als "belediging" (smaad en laster zijn al afgehandeld).

Waarmee we aangekomen zijn bij de in de inleiding als "rationeel" beschreven vorm van de vrijheid van meningsuiting.

Die ook de "gezond verstand"-vorm genoemd kan worden.

Of de beschaafde.

En om bij bijpassend taalgebruik te blijven: die afwijkende of hier ook wel tegengstelde definities zijn dan de irrationele, domme of barbaarse.

Of meteen wat praktischer: de manier waarop politiek-correcten, moslims en zwarten over de vrijheid van meningsuiting denken en praten is die van irrationelen, dommen, of barbaren.


De linkse versie van de vrijheid van meningsuiting wordt toegelicht hier.

De rechtse versie hier.

Voor de reacties van links op de "rechtse" oproep tot steun aan de vrijheid van meningsuiting, zie hier.

Voor een academische versie van het debat, zie hier.

Terug naar de inleiding hier.